De wintermaanden staan bij veel mensen in het teken van wintersport. De fanatiekelingen kijken er een jaar lang naar uit en praten er dan ook veel over.
Zelf ben ik op jonge leeftijd ook een paar keer wezen skiën, maar eerlijk is eerlijk: het is niks voor mij. Ik word er niet gelukkig van, ik heb er niks mee en ik hou niet van kou. Ik ben dan ook geen seconde jaloers op mensen die aan het skiën zijn.
Wel hou ik van het eten wat je op de berg bestelt: schnitzels, goulashsoep, apfelstrudel, spaghetti bolognese en natuurlijk kaiserschmarren. Ik maakte ‘m na!!!
Je zou deze nog lekkerder kunnen maken, door wat rood fruit te bakken en toe te voegen (of wat kersen uit blik). Dat geeft wat meer smaak.
1 groot bord
Duur: 30 minuten
Kaiserschmarren
Ingrediënten
- 4 eieren
- 250 ml melk
- 250 gr bloem
- 75 gr kristalsuiker
- Scheutje vanille aroma
- 2 tl citroensap
- Snufje zout
- +- 150 gram roomboter
- Poedersuiker
- Eventueel wat honing
Bereiding
- Scheid het eiwit en eigeel van elkaar en klop het eiwit op totdat het helemaal stevig is. (Dit gaat het snelste met een mixer)
- Voeg de melk, bloem, vanille aroma, citroensap en zout toe aan het eigeel. Meng dit goed door elkaar met een vork of garde.
- Voeg het mengsel toe aan het opgeklopte eiwit en roer goed door elkaar met een spatel. Voeg nu ook de kristalsuiker toe.
- Smelt een flinke klont roomboter in een grote koekenpan en giet het beslag erin. (bewaar nog wat boter)
- Verdeel het beslag in stukken met een spatel en draai ieder stuk voorzichtig om.
- Laat nog 4 klontjes boter smelten tussen de stukken kaiserschmarren en maak de stukjes nog wat kleiner met de spatel.
- Blijf de stukjes omscheppen totdat alles goudbruin is.
- Verdeel alles over de borden, bestrooi met poedersuiker en voeg wat honing of gebakken rood fruit toe.