Iets wat ik vroeger vaak at, maar nu nóóit meer: bami.
Dat is echt niet omdat ik het vies vind (integendeel), maar omdat ik nooit meer met m’n ouders mee eet en ik maak iedere dag nieuwe gerechten.
Wanneer deze bami staat te pruttelen, wil ik eigenlijk de hele pan leegeten. Deze ruikt goed, hij zit vol met lekkere groenten en hij ziet er top uit als je het mij vraagt.
3 personen
Duur: 35-40 minuten
Bami
Ingrediënten
• 1 pond kipfilet
• 2 kleine uien
• 2cm gember
• 2 preien
• 1 rode paprika
• 1 gele paprika
• Halve rode peper
• 2 teentjes knoflook
• 4 eetlepels oestersaus
• 5 eetlepels ketjap manis
• 1 theelepel sambal
• 3 volle theelepel paprikapoeder
• 3 volle theelepel kerriepoeder
• Klein snufje kipkruiden
• 1 theelepel kurkuma
• 1 theelepel laos
• 1 theelepel gemalen komijnzaad
• 1 eetlepel suiker
• Beetje Peterselie
• Peper en zout
• 1 pak bami
Bereiding
• Snijd de knoflook, gember, ui en rode peper (zonder zaadjes) fijn. Bak in een grote pan met olijfolie.
• Snijd de paprika’s en preien ook fijn en bak mee in de pan.
• Voeg de paprikapoeder, kerriepoeder, kurkuma, laos, gemalen komijnzaad, suiker, peper, zout, ketjap manis, sambal en oestersaus toe aan de pan. Roer alles heel goed door elkaar.
• Snijd de kip in stukjes en bak met wat peper, zout en kipkruiden in een pan met olijfolie. Voeg de kip na een paar minuten toe aan de pan met groenten en laat alles even 20 minuten pruttelen.
• Kook de bami zoals aangegeven op de verpakking. Giet vervolgens af met koud water en voeg dan toe aan de pan. Roer weer goed door elkaar en laat de saus even in de bamislierten trekken.
• Voeg als laatste wat fijngehakte peterselie toe.
